An-Naziaat
In naam van God, de Barmhartige, de Genadevolle.
[79:1]
Bij hen die zich volledig inspannen,

[79:2]
En bij hen die hun werk met vreugde verrichten,

[79:3]
En bij hen die snelle vorderingen maken.

[79:4]
En bij hen die de eersten willen zijn

[79:5]
En bij hen die de zaak regelen.

[79:6]
De Dag waarop de bevende (aarde) zal beven,

[79:7]
Hierop zal volgen, wat volgen moet.

[79:8]
Op die Dag zullen de harten kloppen.

[79:9]
En de ogen zullen nedergeslagen zijn.

[79:10]
Zij (de ongelovigen) zeggen: "Zullen wij werkelijk tot onze vroegere toestand worden teruggebracht,

[79:11]
Zelfs al zijn wij vergane beenderen geworden?"

[79:12]
Zij zeggen: "Dan zou deze opstanding een ondergang zijn."

[79:13]
Daar is slechts één dreigende roep.

[79:14]
En ziet, zij zijn opgewekt.

[79:15]
Heeft het verhaal van Mozes u niet bereikt?

[79:16]
Toen zijn Heer hem in het heilige dal van Towa toeriep, (zeggende):

[79:17]
"Ga naar Pharao; want hij is opstandig.

[79:18]
En zeg tot hem: Zoudt gij u willen reinigen?

[79:19]
En ik zal u tot uw Heer leiden opdat gij Hem moogt vrezen."

[79:20]
Toen toonde hij hem (Pharao) het grote teken,

[79:21]
Maar deze verwierp het en gehoorzaamde niet;

[79:22]
Maar wendde zich daarna haastig af.

[79:23]
En hij (Pharao) verzamelde de zijnen en riep uit:

[79:24]
(Zeggende), "Ik ben uw Heer de Allerhoogste."

[79:25]
Daarop greep God hem aan met een voorbeeldige straf voor de toekomst en voor die tijd.

[79:26]
Waarlijk daarin is een les voor hem die vreest.

[79:27]
Zijt gij moeilijker te scheppen dan de hemel die Hij heeft gebouwd?

[79:28]
Hij verhief hem hoog en maakte hem volmaakt.

[79:29]
En Hij maakte de nacht donker en bracht het daglicht voort;

[79:30]
En ook de aarde spreidde hij uit.

[79:31]
Daaruit bracht Hij water en weide voort.

[79:32]
En Hij maakte de bergen onwrikbaar.

[79:33]
Een voorziening voor u en voor uw vee.

[79:34]
Maar als de grote ramp zal komen,

[79:35]
De Dag waarop de mens zich zal herinneren hetgeen hij heeft gedaan,

[79:36]
En de hel zal zichtbaar gemaakt worden voor hem die ziet.

[79:37]
Dan zal (voor hem) die opstandig is geweest,

[79:38]
En die het leven dezer wereld verkoos,

[79:39]
Brandend Vuur zijn tehuis zijn.

[79:40]
Doch voor hem die vreesde voor zijn Heer te staan, en die zijn ziel van begeerten onthield,

[79:41]
Zal het paradijs zeker zijn verblijf zijn.

[79:42]
Zij vragen u omtrent het Uur: "Wanneer zal het komen?"

[79:43]
Maar datgene waarmede gij u bezighoudt

[79:44]
De uitkomst daarvan is bij uw Heer.

[79:45]
Gij zijt slechts een waarschuwer voor hem die vreest.

[79:46]
Op de dag waarop zij dit zullen zien, (zal het zijn) alsof zij slechts een avond of een morgen (op de aarde) hadden vertoefd.